TENTOONSTELLINGEN • EXHIBITIONS

The Gods Must Be Crazy

Guy Du Cheyne

19.06 -
18.07.2021


Op een mooie lentedag van 2021 kreeg ik al wandelend een telefoontje van Guy Du Cheyne. Midden in een Brabants natuurgebiedje vroeg een verontschuldigende, aarzelende Guy mij of ik een inleiding voor een tentoonstelling van zijn werk kon schrijven. De titel van de tentoonstelling nog gekker dan het moment van het telefoontje. Hij wilde graag even wandelen met mij, zodat we konden praten. Ik weet reeds lang dat al wandelend en al kijkend Guy zijn manier is om te praten. Verwonderd worden is Guy zijn levensmotto: een dag zonder verwondering is als een niet geleefde dag.

Het tijdstip en de locatie van de wandeling waren precies uitgekozen. Een natuurgebiedje in West-Vlaanderen op een niet te mooie en koele lenteavond. Het tijdstip dat de mensen hun dag binnenskamers afhandelen, het tijdstip dat de natuur tot volle leven komt: de overgang tussen dag en nacht. Ik kreeg een knoert van een verrekijker mee. De verwondering moet maximaal zijn! Toeval of niet, maar het was de dag van 2021 met een volle supermaan, met een open lucht en met een waas van pril ontluikend lentegroen: alsof we in een schilderij wandelden van Caspar David Friedrich. In die melancholische schilderkunst van Friedrich met de al dan niet aanwezige God zijn de meeste mensen met hun rug naar ons toegekeerd, zich niet of nauwelijks bewust van onze kosmos en er zich zeker niet om bekommerend. Het respect voor en het grote beheersen van het ambacht heeft het werk van Guy met het werk van Friedrich gemeen. Het spanningsveld met de kosmos eveneens: Guy zijn werk is altijd bekommerd om de kosmos.

‘The Gods Must Be Crazy’ is een film uit1981 waariner op een satirische wijze een beeld geschetst wordt van het jachtige, Westerse leven. Een piloot gooit een leeggedronken glazen colaflesje uit het raam. Het komt terecht bij een natuurvolk dat op die manier voor het eerst met de geïndustrialiseerde buitenwereld in contact komt. Men zoekt naar allerlei nuttige toepassingen voor het flesje, maar na een tijdje ontstaat er ruzie. De mensen besluiten het weg te gooien aan het einde van de hun gekende wereld.

Guy zijn beeldend werk bevindt zich op het snijvlak van die twee werelden. In zijn rationele zoektocht naar het vernieuwen van zijn expressiemiddelen, het verfijnen van zijn technieken, het ontdekken van nieuwe materialen schuwt hij geen enkele technologische vooruitgang. Hij toont ons zijn fascinatie voor die vernieuwingen. Technologie als poëtisch hulpmiddel om in contact te blijven met de natuur. Hij wil ons helpen de natuur, het mysterie van het leven, opnieuw te zien. Het nestkastje als paardenbril om leven te zien. Of een hengelaar met zonne-energie om nachtvlinders te zien. Guy zijn nieuwsgierige, intuïtieve blik leidt ons naar een wereld die voor ons steeds onbekender wordt, de wereld waarvan we dreigen te vervreemden omdat we er niet meer mee samen leven of omdat we blind geworden zijn door het toevallige machtssysteem waarvan we elementaire deeltjes zijn.

Guy zijn werk herinnert ons vaak aan ongemakkelijke waarheden, aan een falend of absurd machtssysteem. Maar bovenal wil zijn werk ons helpen. Het wil ons helpen kijken, onze nieuwsgierigheid aanscherpen. Hij wil onze blik focussen op het mysterie en de broosheid van het leven. We kunnen de natuur niet als een colaflesje aan het einde van onze wereld weggooien. Wij zijn natuur! Guy helpt ons hieraan te herinneren. Na de ontdekking met Guy zijn werk zal jouw wereld niet meer dezelfde zijn. Je zal hem op een andere, verwonderde manier herbekijken. Je zal de diversiteit, de logica en de schoonheid van onze wereld meer waarderen.

— Bart Van Durme, mei 2021
TEKST